H'ART Ticketing Widget :host { --enviso-primary-color:#000; --enviso-secondary-color: #ff5c62; font-family: 'GoodSans-Regular'; }

Koffie, katoen en ketenen - H’ART Museum

Overslaan en naar inhoud gaan

Koffie, katoen en ketenen

Tickets

Door Tessel ten Zweege

Wie een simpele zoekopdracht op het internet doet naar Nederland in de zeventiende eeuw, stuit al snel op de term ‘Gouden Eeuw’. Een eeuw waarvan de nadruk historisch gezien vooral gelegd wordt op de groeiende economie – specifiek die van Amsterdam als handelsstad. Deze geschiedenis leeft nog voort. Sommige winkelstraten waar de zeventiende-eeuwse Amsterdammer naartoe ging, bestaan vandaag de dag nog steeds. Zo kocht je stoffen zoals zijde en katoen op de Nieuwmarkt en was de Kalverstraat – zoals de naam verklapt – de plek waar je kalveren en ossen kon kopen. Maar wie zorgden ervoor dat de economie in Nederland floreerde? En wie betaalde daarvoor de prijs?

De organisaties VOC en WIC koloniseerden, plunderden en maakten mensen in verschillende landen tot slaven. Deze gedwongen arbeid legde niet alleen de basis voor de florerende economie voor Nederlanders in de zeventiende eeuw, maar kenmerkt daardoor ook de globale verhoudingen tussen verschillende landen vandaag de dag. De katoenplantages in Suriname, beheerd door onder andere Nederlanders, maar ook de Nederlandse plundertochten in Indonesië waren typerend voor de zeventiende eeuw. Dit deden de Nederlanders om hier verschillende kruiden vandaan te halen zoals nootmuskaat, dat een kerningrediënt werd voor de Nederlandse keuken. Wat schuilt er nog meer achter het idee van de ‘Gouden’ zeventiende eeuw vol welvaart en vooruitgang? Wat zijn de verborgen verhalen over de rol van Nederland in de geschiedenis van de wereldeconomie?

De productieketen

Al vanaf een eeuw eerder – de zestiende eeuw – was Nederland bezig met internationale handel en kolonialisme. In de zeventiende eeuw koloniseerde Nederland zes Caribische eilanden: Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten. Ook Suriname werd gekoloniseerd in deze eeuw. De Nederlanders gebruikten deze grond voornamelijk als plantagekolonies. Bijvoorbeeld de Plantage de Nieuwe Meerzorg in het Nederlands, of Jacopoe in Sranan Tongo. In dit noordelijk gelegen gebied van Suriname werden vanaf de zeventiende eeuw plantages aangelegd om koffie en katoen te verbouwen.

De Nederlandse uitbuiters namen volwassenen en kinderen uit verschillende landen in Afrika mee naar de gekoloniseerde gebieden. Dit deden de Nederlanders middels schepen, waarin tot slaaf gemaakte mensen op inhumane wijze werden vervoerd. Deze personen werden van hun thuisland ontheemd, en vervolgens in de voormalige koloniën uitgebuit op de suiker -en koffieplantages. De inheemse bevolking leed ook onder het koloniale bewind van de Nederlanders. Zo zorgde de Verenigde Oost Indische Compagnie ervoor dat er in Azië veel mensen tot slaaf gemaakt werden en onder hun bewind werden gebracht. De uitbuiting veroorzaakte generaties aan tot slaaf gemaakte mensen, waardoor Nederland een economische wereldmacht werd.

Op je bord, in de kast

Dit verleden van uitbuiting en ongelijke verdeling van geld, is niet alleen op globale schaal zichtbaar. Zo zien we bijvoorbeeld vandaag de dag het koloniale verleden terug in het Nederlandse eten. Erwtensoep en speculaas wijzen op de Nederlandse koloniale uitbuiting en plunderingen in voormalig Nederlands-Indië, bijvoorbeeld. Ook het feit dat er in veel steden eettentjes te vinden zijn waar je Surinaams kunt eten, is verbonden met deze geschiedenis. Maar ook op andere vlakken zien we deze geschiedenis terugkomen in de Nederlandse cultuur. Zo zijn er ook musea die gestoeld zijn op het koloniale verleden, zoals het Wereldmuseum in Amsterdam. Musea konden in de koloniale tijd ingezet worden als een ‘etalage’ om de koloniale bezittingen in te tonen – iets dat destijds met trots werd gedaan.

Anderzijds zien we ook dat de gevolgen van slavernij verstrekkender zijn dan Nederland als een economische wereldmacht. Vandaag de dag leeft het kolonialisme door in wereldwijde ongelijke verdelingen van geld, maar ook in de onderdrukking of bedreiging van culturen en bevolkingsgroepen. Zo zien we dat landen die herstellende zijn van de koloniale periode, meer te maken krijgen met politieke instabiliteit en spanningen. Ook zijn er bevolkingsgroepen vanuit de koloniale diaspora die niet meer weten wat hun cultuur eigenlijk inhoudt, omdat koloniserende Europeanen die actief kapot hebben gemaakt.

Neokolonialisme en moderne slavernij

Op 1 juli 1863 werd de slavernij in de koloniën afgeschaft door Nederland. In de praktijk betekende dit echter dat vele tot slaaf gemaakte personen nog tien jaar op de plantages moesten werken – waardoor sommigen stellen dat het pas in 1873 écht werd afgeschaft. Nu, 142 jaar later, is slavernij nog steeds niet van de aardbol verdwenen: moderne slavernij bestaat nog steeds. In de grondwet van de Verenigde Staten bijvoorbeeld staat in het dertiende amendement een uitzondering op de afschaffing van slavernij. Slavernij wordt hier gedefinieerd als gedwongen en onbetaald werk – dat tot op vandaag de dag toegestaan is als onderdeel van het uitzitten van een gevangenisstraf.

Ook binnen de globale productieketen zien we vormen van moderne slavernij terugkomen. Denk bijvoorbeeld aan de Indiase katoenplantages. Historisch gezien is India een van de plekken waar veel katoen werd verbouwd in de zeventiende eeuw, dat vandaag de dag doorwerkt via het pachtsysteem. In theorie is dit een systeem waarin de eigenaar van het stuk landbouwgrond een deel van de opbrengst ontvangt, maar in de praktijk blijkt dat vele arbeiders in de schulden staan bij de eigenaar, aldus een rapport van organisatie Arisa. In 2022 bleek dan ook uit een grootschalig onderzoek uitgevoerd door de Internationale Arbeidsorganisatie, Walk Free en de Internationale Organisatie voor Migratie, dat er naar schatting wereldwijd 50 miljoen mensen in de moderne slavernij beland zijn. Dit geldt voor iedereen die onder bedreiging of dwang diensten verricht – dus ook voor gedwongen huwelijken.

Kolonialisme is ook vandaag de dag nog niet verdwenen. Onder de naam neokolonialisme valt de uitbuiting van herstellende landen door de voormalige koloniale uitbuiters. Zo zien we vandaag de dag dat de Democratische Republiek Congo de grootste leverancier is van kobalt – dat nodig is voor duurzame energie in het globale noorden/westen. Om duurzaam te kunnen leven, worden oude koloniale verhoudingen in stand gehouden: de uitbreiding en uitputting van de kobaltmijnen leidt namelijk tot schendingen van mensenrechten en uitbuiting.

Leren van het verleden

Ondanks dat de slavernij officieel is afgeschaft en kolonialisme daardoor ook verboden is, zijn ze beiden de wereld nog niet uit. Nederland heeft inmiddels excuses aangeboden voor de slavernijperiode, maar dit laat nog vele vragen achter: hoe bestrijden we de overgebleven economische ongelijkheid? Wie betaalt de prijs voor het verleden? Wanneer we kijken naar ons katoenen shirt in de kast, het eten op ons bord en de kunstwerken in de musea die we bezoeken, is het belangrijk om stil te staan bij de geschiedenis die er achter schuilgaat.

Tekening van Cornelia en Elisabeth

De kleren maken de man

Penseelstreken en ganzenveren van vrouwen in de 17de eeuw

De ‘hulpbehoevenden’ van de zeventiende eeuw

Ga naar de inhoud