Door Tessel ten Zweege
Vaak wordt gedacht dat genderexpressie en kunstvormen die hiermee spelen – zoals drag – hedendaagse fenomenen zijn. Het komt dan ook misschien als een verrassing dat er in de zeventiende eeuw al vrouwen waren die zich niet conformeerden aan de norm: zij gedroegen zich, kleedden zich en werkten alsof ze mannen waren. Sommigen van hen kwamen als man enkele uren door, terwijl anderen meer dan tien jaar onopgemerkt in hun mannelijke vermomming konden doorbrengen. Een veroordeling volgde voor het verkleden als man, maar dat weerhield deze standvastige vrouwen niet altijd: sommigen gingen zelfs terug naar hun mannelijk voorkomen ondanks een eerdere strafoplegging. Dat we van hun bestaan afweten, komt door hen, zij die werden gesnapt – en de strafrechtelijke documenten die daarvan zijn overgebleven.
In de zeventiende eeuw hadden vrouwen niet de mogelijkheden die vrouwen zoals ik vandaag de dag hebben. Ze verkleedden zich om carrière te maken in mannenberoepen, gezien vrouwen niet het werkveld mochten betreden zoals we tegenwoordig gewend zijn. Daarnaast is het pas sinds 2001 wettelijk toegestaan in Nederland om met iemand te trouwen van hetzelfde gender. Het werd hierdoor in de zeventiende eeuw noodzakelijk als man door het leven te gaan om met een andere vrouw te kunnen trouwen. Ook waren er vrouwen die, buiten de liefde en het werk, zich meer thuis voelden in mannenkleding of hierdoor meer vrijheid ervoeren. Zij waren de vroege crossdressers: vrouwen die speelden met hun genderexpressie door kleding. Tegenwoordig is er veel commotie rondom de grenzen van genderexpressie. Welke van die stigma’s waren er in de zeventiende eeuw al te zien? En wat vertellen deze vrouwen in mannenkleding over de wereld van nu?
Vrouwen aan het werk
Wie denkt aan vrouwen in vermomming, denkt vandaag de dag snel aan Mulan, de animatiefilm waarin een jonge vrouw zich als man kleedt om te kunnen vechten in het leger. In de zeventiende eeuw waren vrouwen daadwerkelijk soms soldaten. Op zee werkten zij als matroos of zeesoldaat voor de koloniale bedrijven VOC en WIC – waar ze de grootste kans hadden om betrapt te worden en waar het niet mogelijk was om te vluchten. Dat er veel strafrechtelijke documenten zijn waaruit blijkt dat deze vrouwen werkzaam waren op zee – is vanwege het gebrek aan privacy op een schip dan ook geen verrassing. Aan land waren vermomde vrouwen vaker in staat om hun vrouw-zijn te verbergen. Hier werkten niet alleen soldaten, maar ook handwerksgezellen, zijdewinders, pijpenmakers, stal- en dienstknechten waren typerende banen voor de vrouwen die als mannen door het leven gingen. De Nijmeegse Trijntje Simons, geboren in 1590, was zelfs werkzaam in verschillende werkvelden: ze werkte als schoenmaker en steenhouwer, maar werd pas gesnapt nadat ze in het leger had gewerkt en hierdoor kwam te overlijden in 1625.
Soms was het noodzakelijk dat vrouwen voor zichzelf en voor anderen de kost zouden verdienen. Veel van de vermomde vrouwen waar de strafrechtelijke documenten van bekend zijn, maakten deel uit van de lagere sociaaleconomische klassen. Wanneer er een kostwinner wegviel uit het gezin, bijvoorbeeld een vader – zoals het geval bij Maria van Antwerpen – waren vrouwen genoodzaakt te werken. Van Antwerpen probeerde eerst als dienstmeid te werken, maar na ontslagen te worden, bood een carrière als soldaat haar een optie om zelfstandig aan geld te komen. Of er naast financiën nog een ander motief was voor de vrouwen om zich zo te kleden, of dat ze het op deze manier aan de rechtbank probeerden te rechtvaardigen, is niet met zekerheid te zeggen.
Veiligheid en vrouwelijkheid
Tijdens het reizen kwam het ook voor dat vrouwen zich als mannen kleedden – niet alleen omdat rokken minder praktisch waren dan broeken, maar ook voor hun eigen veiligheid. Zoals we tegenwoordig vrouwen waarschuwen om niet alleen over straat te lopen in het donker, waren er voor vrouwen in de zeventiende eeuw ook reële angsten wanneer zij alleen op pad gingen. Het kwam in deze tijd regelmatig voor dat je tijdens het reizen een struikrover tegenkwam. Tegenwoordig zijn het niet meer de struikrovers, maar wel andere bedreigingen die vrouwen op straat tegenkomen. Daarom zijn er nog steeds vormen van vermomming waar vrouwen gebruik van maken voor hun veiligheid. Zo circuleren er video’s op sociaal media platform TikTok waarin vrouwen delen hoe er in het donker als een man uit te zien, zodat je niet lastiggevallen wordt. Ook vandaag de dag zien we dus hoe crossdressing vrouwen een vorm van veiligheid kan bieden.
De seksuele wanorde
“I love a masquerade, because a female can never enjoy the same liberty anywhere else” schreef een vrouw uit Engeland over verkleedpartijen waar vrouwen zich voordeden als mannen. Het verkleden als man had naast veiligheid soms te maken met een soort protest: het bevragen van de normen die heersten in die tijd. Tijdens carnaval en andere feesten was het relatief genormaliseerd om kortdurig te crossdressen, maar dit bood vrouwen ook de mogelijkheid om de stap te nemen naar een langdurig leven als man. Ook op demonstraties en tijdens rellen was het niet ongebruikelijk dat er crossdressers aanwezig waren – waarover commotie ontstond. Wanneer vrouwen zich als mannen verkleedden voor plezier, werd dit in de achttiende eeuw gezien als een bedreiging voor de seksuele orde.
Sommige redenen voor crossdressing werden nog minder geaccepteerd dan anderen in de samenleving. Een daarvan is de liefde tussen twee vrouwen. In de zeventiende eeuw werd het zowel wettelijk als maatschappelijk niet getolereerd als vrouw om te trouwen en relaties aan te gaan met een andere vrouw. Een manier om deze veroordeling te omzeilen, was door het dragen van mannenkleding. Cornelia Gerritse van Breugel, bijvoorbeeld, die dit deed om te trouwen met haar vrouw Elisabeth Boleijn. Daarnaast had je ook vrouwen als Catharina Lincken, die zelfs een kunstpenis droeg. Dit deed ze niet alleen om de schijn op te houden naar buiten toe, maar ook tijdens haar huwelijk met een andere vrouw. Een andere, Franse, vermomde vrouw had een soortgelijke zogenaamde ‘ongeoorloofde uitvinding’ in bezit tijdens haar huwelijk met een vrouw. Ook de eerder genoemde Elisabeth Boleijn beschreef dat haar “‘man’ ‘zijn bekwame en behoorlijke mannelijke leden’ had”, blijkt uit de Amsterdamse archieven. Vrouwen verkleedden zich dus ook om queer relaties aan te gaan die eruit zagen alsof ze binnen de seksuele norm pasten.
De angst voor gender
Hoewel vrouwelijke crossdressers in Nederland tegenwoordig niet meer gearresteerd worden vanwege hun genderexpressie, is de maatschappelijke afwijzing van genderdiversiteit nog steeds voelbaar. De weerstand tegen dragoptredens laat zien dat angst en woede rondom gendernonconformiteit niet zijn verdwenen. Krantenkoppen als “Rotterdams theater bedreigd vanwege voorleesmiddag door dragqueens”, “Noodverordening Leiden vanwege bedreigingen om voorleesuurtje dragqueen” en “Lokale ChristenUnie bang voor grooming bij dragqueen-event voor jongeren” illustreren de groeiende polarisatie. Deze toenemende intolerantie heeft serieuze gevolgen. Veel dragqueens geven aan zich onveilig te voelen wanneer ze zich in drag op straat begeven, vanwege het risico op verbaal of fysiek geweld. Vooral in de Amsterdamse Reguliersdwarsstraat, een bekende queer uitgaansplek, zijn meerdere incidenten gemeld.
Maar het probleem reikt verder dan alleen drag. In bredere zin blijft het in Nederland lastig om af te wijken van de heersende gender- of seksuele normen. Uit onderzoek van Movisie (2021) blijkt dat 29% van de bevolking het nog steeds ‘aanstootgevend’ vindt als twee mannen in het openbaar zoenen. Ter vergelijking: slechts 11% heeft datzelfde gevoel bij heteroseksuele stellen. Ondanks vooruitgang op papier, toont dit aan dat sociale acceptatie van queerness en genderdiversiteit in de praktijk nog ver achterloopt.
Dat het bestaan van vrouwen die spelen met genderexpressie tot ver in de geschiedenis wordt bevestigd, laat een bitterzoet gevoel achter. Enerzijds zijn de getuigenissen uit de strafrechtelijke documenten een bron van kennis en emancipatie – omdat zij laten zien dat spelen met genderexpressie van alle tijden is. Anderzijds hadden zij niet dezelfde rechten, maar wel dezelfde behoeften als vele vrouwen en queer personen vandaag de dag. Ze werden verbannen, verboden en zelfs geëxecuteerd om hun identiteit. Gezien het toenemend geweld tegen dragqueens, queer personen en vrouwen, bieden de vermomde vrouwen uit de zeventiende eeuw een spiegel voor de samenleving van vandaag.