Een onbekende geschiedenis: de Parijse beeldhouwer Brancusi onderhield nauwe banden met Nelly van Doesburg
17 juli 2025
Nieuw onderzoek van Centre Pompidou, in samenwerking met H’ART Museum, onthult belangrijke connectie tussen Brancusi en Nederlandse avant-garde.

Honderd jaar na de introductie van Constantin Brancusi’s werk in Nederland opent dit najaar een solotentoonstelling van de kunstenaar in H’ART Museum. Centre Pompidou dook op verzoek van H’ART Museum in de archieven van de kunstenaar. Op basis van correspondentie komt een tot nu toe onderbelicht verhaal naar voren: dankzij de nauwe persoonlijke band met Nelly van Doesburg was het werk van Brancusi meerdere keren in Nederland te zien.
Na zijn dood liet Brancusi zijn volledige atelier en archief na aan de Franse staat. Dit archief, nu ondergebracht bij het Centre Pompidou, bevat naast correspondentie ook ansichtkaarten, adresboekjes en visitekaartjes van kunstenaars, verzamelaars, componisten en andere tijdgenoten die zijn atelier bezochten. De tentoonstelling in H’ART Museum vormde aanleiding om deze documenten vanuit Nederlands perspectief te onderzoeken.
Een opmerkelijke vondst is een visitekaartje, waarschijnlijk het eerste contactmoment met de kunstenaar, van Théo van Doesburg, waarop hij en Nelly van Doesburg (onder het pseudoniem Pétro) schreven:
Lieve vriend, alhier een zeer serieuze vriend van uw beeldhouwkunst die graag uw dingen zou willen zien!
Samen met verschillende brieven blijkt hieruit dat vooral Nelly van Doesburg een warme en langdurige band onderhield met Brancusi. Dankzij haar inspanningen was Brancusi’s werk veel te zien in Nederland tijdens zijn leven. Brancusi werd omarmt door de kunstenaars van De Stijl. Zijn werk werd in het gelijknamige, en door Van Doesburg opgerichte, magazine regelmatig gereproduceerd en besproken.
Brancusi’s atelier aan de Impasse Ronsin in Parijs was een waar bedevaartsoord voor kunstenaars en kunstliefhebbers uit zijn tijd. De bezoeken werden door Brancusi zorgvuldig geregisseerd: sommige sculpturen stonden op elementen die roteerde en de kunstenaar onthulde zijn beelden die onder doeken waren verborgen theatraal. Onder de bezoekers en vrienden bevonden zich prominente figuren als verzamelaar Peggy Guggenheim, componist Erik Satie en kunstenaars Marcel Duchamp en Man Ray. Prominente Nederlandse bezoekers waren Théo en Nelly van Doesburg en museumdirecteur Willem Sandberg. Ook de Nederlandse beeldhouwer Karel Visser bezocht het atelier.
Nelly van Doesburg introduceerde Sandberg persoonlijk aan Brancusi en leidde hem vervolgens rond in het atelier. Later zou Sandberg schrijven:
Door Nelly ben ik ook met Constantin Brancusi in contact gekomen. Aangezien Brancusi, meen ik, zo rondom 1920 lid van De Stijl was geweest, had Nelly heel bijzondere betrekkingen met hem. Het was eigenlijk vanzelfsprekend dat hij ons ontving…*
De eer om rond te leiden viel Nelly toe.
Het is mede dankzij deze introducties dat Brancusi’s werk voor het eerst te zien was in Nederland, precies honderd jaar geleden. Zijn werk maakte deel uit van de laatste in een reeks reizende tentoonstellingen van de Rotterdamse kunstenaarsgroep De Branding, en was in 1925 te zien in het Stedelijk Museum Amsterdam. In datzelfde museum werd zijn werk in 1938 prominent gepresenteerd op een grote tentoonstelling over abstracte kunst. Brancusi bracht zijn sculpturen eigenhandig met de trein, een dag voor de opening.
In de catalogus bij de tentoonstelling Brancusi, The Birth of Modern Sculpture, die op 20 september opent in H’ART Museum Amsterdam, werpen Ariane Coulondre (conservator moderne collecties, Centre Pompidou) en kunsthistoricus Valérie Loth nieuw licht op deze vergeten culturele uitwisseling.
Eerste solotentoonstelling over Brancusi in een halve eeuw
Voor de tentoonstelling Brancusi, The Birth of Modern Sculpture in H’ART Museum komt voor het eerst een toonaangevende collectie kunstwerken van Constantin Brancusi (1876-1957) naar Amsterdam. De kunstenaar wordt wereldwijd beschouwd als de grondlegger van de moderne beeldhouwkunst. Naast meer dan 30 meesterwerken, inclusief de originele sokkels die Brancusi zelf ontwierp, worden ook foto’s en films van zijn hand getoond. De tentoonstelling is gemaakt in samenwerking met het Parijse museum Centre Pompidou. Zij hebben de grootste en meest complete Brancusi-collectie ter wereld en lenen deze kwetsbare kunstwerken zelden uit.
Brancusi, The Birth of Modern Sculpture is te zien vanaf zaterdag 20 september 2025 tot en met zondag 18 januari 2026. Meer informatie en tickets zijn nu al online beschikbaar via hartmuseum.nl.
*Willem Sandberg, geciteerd in: Ank Leeuw Marcar, Willem Sandberg: Portret van een kunstenaar, herziene uitgave, 1981, p. 333–338.)
Bijschrift afbeelding: Visitekaartje van Theo van Doesburg aan Brancusi. © Centre Pompidou, Paris. Musée national d’art moderne – Centre de création industrielle. Bibliotheek Kandinsky, collectie Brancusi, BRAN 22. © Succession Brancusi – All rights reserved (Adagp) c/o Pictoright Amsterdam 2025.
Noot voor redactie, niet voor publicatie
Beeldmateriaal is beschikbaar via deze link.
De door het museum verstrekte beelden mogen uitsluitend worden gebruikt in publicaties over deze tentoonstelling; het vermelden van de bijbehorende credits is altijd verplicht. Daarnaast wordt iedere gebruiker geacht om zelf contact op te nemen met Pictoright (beheerder beeldrechten) voor de toestemming.
Voor alle beelden geldt de creditline: Collection Centre Pompidou, Paris. Musée national d’art moderne – Centre de création industrielle. © Succession Brancusi – All rights reserved (Adagp) c/o Pictoright Amsterdam 2025.
Uitnodiging persopening: de persopening is op donderdag 18 september (10 uur). Aanmelden kan door te mailen naar pressoffice@hartmuseum.nl